Home     Persons     Families
Tukkers door de eeuwen heen.

Van 1300 tot 1400. Hoe is het leven voor Jan en William Tucker?

Honswijk (nu gemeente Houten.)
Honswijk aan de Lek Het is 1358 en de broers Jan en Willam (die) Tucker hebben een stuk grond gepacht, een 'waard', van de Graaf van Culemborg. Waar Jan en Willam vandaan kwamen is nog niet bekend. Had de grote pestpandemie van 1347/1351 hiermee te maken? Was de familie er door getroffen en waren zij overgebleven? 1/3 van de Europese bevolking was er door overleden. Deze pestperiode trof vooral het zuiden en noorden van ons land. Veel landbouwgrond werd door sterfte van de bevolking niet meer bewerkt waardoor er zelfs hongernood was. Zochten zij daarom hun heil op het platte land in de omgeving van Utrecht en konden zij daarom aan een stukje grond komen in Honswijk?
Het stukje grond dat Jan en Willam gepacht hadden was in een klein dorpje Honswijk. Eerst heette Honswijk 'Tull', naar een versterkte boederij, maar in 1393 veranderde de naam in Honswijk. Verbouwden ze het land of liep er vee op de waard? Het was wel de bron van inkomsten voor veel mensen. Melk, kaas, en andere producten zoals groenten van de boerderij werden op de markt in het dorp of in de nabij gelegen stad verkocht. Minimaal één keer in de week met paard en wagen daar naar toe dus. Op het gemiddelde bord van de Honswijker lag soep, stoofpot en pap. Kaas, vlees en vis was normaal en een hoofdbestanddeel was brood. Voor degene die het betalen konden zelfs gevolgelte als zwaan, fazant of patrijs. Kruiden waren er ook volop. Het zoet maken van gerechten deed men met honing. Suiker was er nog niet. Er waren wel methodes om voedsel langer te bewaren zoals krieckemoes maken, maar over het algemeen at men verse producten. Men at ook maar twee keer per dag. In de ochtend en als het werk gedaan was in de avonduren. Een lekkere nap bier nu gemaakt van hop in plaats van gruit ging er ook wel in. En wie dacht dat men boers aan tafelzat heeft het mis. Gulzigheid was geen deugd en er waren wel degelijk etiquetten. Ook bij de gewone man. 's Avonds ging men als het donker werd al naar bed. Het slaap patroon was wel anders dan nu. Na een uurtje of vier slapen stond men op, was men ongeveer twee uurtjes wakker waarin wat huishoudelijke klusjes gedaan werden en ging men daarna weer naar bed voor een tweede slaap. De volgende ochtend was het vaak weer hard werken op het land.

De mensen waren erg gelovig. Men dacht dat hun hele bestaan door God en duivelse krachten geregeld werd. Van technieken en wetenschappen had men nog geen verstand. Wat men wist, was op basis van doorvertellen en slim nadenken. Oogsten die mislukte, ziektes van mensen maar ook van de veestapel werden direct toegeschreven aan onvrede van onze lieve Heer of de duivel. Dit was ook de reden dat men Godvrezend en bijgelovig was. Het was een wereld waarin wetenschap nog helemaal niet telde. Nieuwe ontdekkingen vond men eng laat staan dat men op zoek ging naar hoe het beter kon. Wat wij nu wetenschap noemen was in die tijd duivels.
Sommige mensen deden dat wel, vaak in het geheim. Bij ontdekking kregen ze dan ook direct het stempel heks of tovenaar en daar was men bang voor. Zij werden vaak, in onze ogen onterecht natuurlijk, gezien als een oorzaak van veel ellende en werden daarom vervolgd en gedood. Kortom, zelfs je 'denken' mocht niet buiten de bekende en opgelegde paden. Iets wat in onze tijd niet voor te stellen is.
Aangesloten zijn bij de kerk was belangrijk. Daarom had Honswijk er ook één in het midden van het dorp, aan de dijk. Als een kind geboren was werd het zo snel mogelijk gedoopt om onheil af te wenden.
En vooral doen wat de pastoor zegt... Iedereen was katholiek in die tijd. Ketterij kon niet. Daar ging later zelfs de Inquisitie zich mee bemoeien. Een wereld dus in drie grote uiterst afgesloten klassen. Aristocraten en geestelijken die de scepter zwaaiden en een burgerbevolking die totaal niets voor het zeggen had.
Die toren van de kerk was trouwens ook handig om te weten waar het dorp lag als je in het land bezig was. Kerken kregen in deze eeuw ook uurwerken. Het kerkje van Honswijk gaf dus ook de tijd aan als de klok luidde.

Af en toe gebeurden er ingrijpende dingen zoals in 1374 een doorbraak van de Lekdijk en in 1382 een heuse aardbeving in de buurt. Ook liet de bisschop van Utrecht Honswijk niet ongemoeid en voor de tweede keer werd het kasteel Ten Goy in het begin van de 80er jaren belegerd. Dat had hij in 1353 ook al gedaan. Op die politieke onrust hadden de dorpelingen geen invloed maar ze hadden er wel last van.

Het dorpsleven In het dorp ging het voor de rest prima. Men zorgde voor elkaar en als er toch iets aan de hand was regelde de schout het wel. Die was er immers niet alleen voor de openbare orde en criminaliteit maar ook voor civiele rechtspraak en alles wat (nu gemeentelijk) vastgelegd moest worden. De schout was namens de Graaf aangesteld en regelde de dag en dagelijkse dingen in het dorp voor hem.

Met de politiek hadden de dorpsbewoners geen bemoeienis. De Graaf van Culemborg aan de overkant van het water was wel dichtbij maar leek ver weg, laat staan de Hertog van Gelre waar het graafschap Culemborg onder viel Ja... als er belasting betaald moest worden. Dat merkten de bewoners wel. De Graaf had veel geld nodig. De Hoekse en Kabeljauwse twisten verdeelden Nederland behoorlijk en de Graaf had de kant van Jan van Egmond van IJsselstein gekozen. Deze Kabeljauwen, zo als ze zich zelf noemden, waren progressief en wilden veranderingen zien. De Hoeken echter wilden alles bij het oude laten. Alhoewel persoonlijke en familie belangen ook ernstig hebben meegespeeld was eer en aanzien belangrijk. Als dat aangetast werd was dat een bron voor langdurende vetes.
Een verzet dus van de Kabeljauwen, veelal de lagere adel en de opkomende burgerij tegen de gesettelde aristocratie Hoeken. Puur een strijd om vernieuwing. De naam Kabeljauwen gekozen naar een strijdlustige roofvis en de Hoeken naar een haak om de kabeljauw te vangen. De Kabeljauwen vertelden graag dat het woord Hoeker, ook een lichtekooi/prostituee was (zoals hoocker in het Engels) verwijzend naar Margaretha van Beieren waarvan de Hoekers vonden dat zij het meeste recht had op de macht.

De warme zomers in de twaalfde en dertiende eeuw worden aangeduid als het "Klimaat Optimum", een opmerkelijk warme periode die tot in de veertiende eeuw duurde. In 1389 stond de Rijn bij Keulen voor de derde keer in tien jaar zo laag dat de paarden midden in de rivier liepen. In die tijd waren er op veel plaatsen bos, heide- en veenbranden, soms veroorzaakt door blikseminslag. De gemiddeld warme zomers stonden wel garant voor een goeie oogst, tenminste als het niet al te droog was geweest dat jaar.

De middeleeuwen staan bekend als een duistere tijd vol ziekte, dood, verderf en viezigheid maar open riolen en een straat vol uitwerpselen van rondlopende dieren is een verkeerd beeld is recent gebleken. Helemaal spik en span was het niet maar het viel eigenlijk reuze mee. Men dacht niet veel anders over hygiëne als nu. Ze waardeerden witte tanden, aangename geuren en schone huizen en straten. Vaker dan je zou denken beschikten ze over de middelen om dit te bereiken. Tanden werden regelmatig gepoetst met linnen of een andere stof. Ook waste men zich regelmatig. Handen werden sowieso voor de maaltijd gewassen. Natuurlijk hadden mensen nog geen flauw benul van het bestaan van bacteriën, maar er was wel een link gelegd tussen stank en ziekte. Ook werd afval verzameld en weggebracht en waren er beerputten bij de woningen. Dat de pest toch kans kreeg lag niet direct aan smerige dorpen en steden. Eigenlijk was het schoner dan nu met alle plastick, chemie en uitlaatgassen.

Met de zedelijkheid viel het ook wel mee. Ook hier is weer gebleken dat het beeld van een ongemanierde barbaarse samenleving niet klopt. Er waren wel degelijk etiquetten, omgangsnormen voor thuis, aan tafel en buiten bv. op straat. Bovendien leerde de kerk de mensen dat geduld, verdraagzaamheid en beleefdheid een deugd was en inhaligheid en ruw gedrag een zonde. Goede manieren waren bovendien heel belangrijk om je staande te houden in de maatschappij.
Maar ondanks het strenge moraal dat de kerk voorschreef deed men toch ook alles wat men de hele mensheid al gedaan had maar het gebeurde minder openlijk. Genot valt niet uit te bannen, zelfs niet door de kerk. Er zijn meerdere sagen en versen gevonden met humoristische en erotische verwijzingen. Het gedicht 'De Rozendoorn' is een voorbeeld hiervan. Ook zal in het juiste gezelschap menig schuine mop verteld zijn. Misschien was de kerkelijke pressie wel een oorzaak van een heimelijke 'verzet'. Het was in ieder geval minder preuts dan wij dachten. Humor was trouwens volksvermaak nummer één.

De wereld voor de Honswijkse Tuckers was klein. Van Engeland of Parijs had men misschien wel iets gehoord maar men kon zich er geen voorstelling van maken. Amsterdam was al ver voor hen. Marskramers of muzikanten waren de enige bron om iets te horen van wat buiten het dorp gebeurde. Ook liet de graaf weleens een omroeper naar het dorp gaan als de dorpelingen 'iets' moesten weten wat de Graaf belangrijk vond.
De gemiddelde bewoner kwam nauwelijks van het dorp af. Misschien een dagje naar de stad zoals Vianen of heel ver Utrecht, maar dan had je het wel gehad. Eigenlijk wel rustig zo, tenminste, iedere dag wel hard werken om in je basisbehoefte te voorzien. Dat was waar het leven om draaide.



Van 1400 tot 1500. Honswijk en Hagestein?

In de 15e eeuw veranderde er nog niet veel. De graven van de Hoekse en Kabeljauwse twisten lagen met elkaar nog steeds flink overhoop en de Hertog van Bourgondië kwam ook nog op de proppen. De twisten zouden nog de hele eeuw duren.
Economisch gezien kwam er wel iets anders. In plaats van ruilen of betalen met ongedefinieerde munten waarmee behoorlijk gefraudeerd kon worden, werd de Rhijnlandse gulden ingevoerd. Een dubbelgroot, een munt uit Vlaanderen maar ook door Jan van Arkel in Deventer geslagen, was 1/20 van de Rhijnlandse gulden. Het betalingsverkeer werd dus iets stabieler.

Ook politiek veranderde er iets. Op 9 januari 1464 vond in Brugge een vergadering plaats van alle staten die op dat moment verenigd waren onder het bewind van hertog Filips de Goede. Het begin van de Staten Generaal. Ieder gewest had daarin een afvaardiging. Nederland organiseerde zich dus.
De Hertog van Gelre waar het gebied onder viel, kwam in handen van het huis van Bourgondië, was weer even los maar later viel het gebied onder het Habsburgse rijk. Merkten Tuckers hier iets van. Nee, of toch.. belastingen? .. En....
In 1417 zochten een paar politieke oorlogzuchtige rebellen uit Vianen medestanders in Honswijk. Honswijkers hadden daar geen zin in en zochten hun toevlucht in de kerk van het dorp die daarna door de rebellen werd belegerd. Een Honswijker werd zelfs door het raam doodgeschoten en de kerk werd in brand gestoken. Alleen de lage toren bleef gespaard. De kerk is dankzij de heer van Vianen later weer herbouwd.

Markt en beroepen Economisch ging het ook beter door handel met Hanze steden in andere landen. Ook in Hagestein en Honswijk kwamen er producten uit die landen. Producten die ze voorheen niet kenden. Eerst allerlei graansoorten, andere soorten hout, barnsteen, hars, laken, en dierenhuiden maar later ook linnen, zijde en gereedschappen, meubels enzovoort.

Nu was er al een begin gemaakt in de vorige eeuw, maar ambachten waren nu echt geregeld. Vakbroeders verenigden zich in Gildes. Dit stond garant voor het voortbestaan van het beroep en zorgde voor kwaliteit door soms strenge voorwaarden aan de producten en zelfs aan het bedrijf. Sommige beroepen waren verenigd in één gilde. Boekdrukkers samen met leerbewerkers is hier een voorbeeld van. De eigenaar van een bedrijf was de meester. Hij had zijn knechten en leerlingen. Om uiteindelijk zelf als meester toegelaten te worden diende een meesterstuk gemaakt te worden. Dit werd door enkele meesters van het gilde beoordeeld. Ondanks de goede bedoelingen en positieve elementen van het gilde waren er ook kanttekeningen. Prijsafspraken en soms monopoly was niet uitgesloten. Ook toelating tot meester wilde soms in verband met concurrentie niet lukken. Als je wel een goed werkstuk had gemaakt en er was nog geen plaats als meester dan werd je gezel. De gildes zijn tot aan de franse revolutie gebleven.

Wat waren de gevolgen voor de Tuckers in Hagestein en Honswijk?
Het leven ging gewoon door, de boer boerde en als je bakker wilde worden ging je bij een meesterbakker in de leer. Men ging nog steeds met verkoopwaar naar de markt en 's avonds vroeg naar bed.
De natuur, die kon nog grillig zijn. Dit had ook gevolgen voor gewassen en dus het inkomen van de boer.

Dokter in Pestuitrusting De pest greep regelmatig om zich heen. Niet alleen in de stad Utrecht maar ook op het platte land. Door de pest waren er veel slachtoffers, ook in Honswijk dus. Veel mensen beschouwden de pest als een straf van God. Boeteprocessies die soms wel drie dagen duurden moesten de goddelijke toorn afwenden. Bij deze processies liep een groot deel van de bevolking mee. Ironisch genoeg verspreidde de ziekte zich daardoor alleen maar sneller. Men dacht dat de pest een koorts was die werd veroorzaakt door een slechte lucht. Parfum dragen en tabak roken werden gezien als remedie en aderlaten was gebruikelijk om de giftige stoffen uit het bloed te laten stromen. Mensen kregen hoge koorts, raakten verward en kregen grote bulten in de liezen, oksels of hals. Ook werd veel bloed opgehoest en verschenen op sommige plaatsen paars-zwarte vlekken. Besmette mensen die nog buiten kwamen moesten met een witte stok lopen om anderen te waarschuwen om afstand te houden.
Eigenlijk wist niemand waar de Zwarte Dood, zoals de ziekte genoemd werd, vandaan kwam of waarmee het te genezen was. Pas in de 19e eeuw ontdekte men dat vlooien en ratten een oorzaak konden zijn maar in de laatste studies hierover is een besmetting van mens tot mens zelfs aannemelijker.

Dijkdoorbraak van de Lek Toch nog even een terugslag voor Honswijk op 20 februari 1496.
In de Nederlandse gewesten waren er al democratische instituten. Deze waren sinds de 12e eeuw opgericht. De waterschappen met hun dijkgraaf en heemraden hadden de zorg over watergangen zoals de rivieren en dijken. Zij werden gekozen door eigenaren van een 'volle' hoeve.
De Lekdijk tussen Amerongen en Vreeswijk was al eeuwen lang een aandachtspunt voor het waterschap. Hij was al meerdere keren bezweken waardoor delen van Utrecht en Zuid-Holland onder water waren gelopen. Dit jaar was het weer raak. Na vorst kwam er dooi en de dijk brak bij 't Waal en Beusichem door. Ook in de jaren 1523, 1624, 1638 herhaalde dit zich. De Honswijkers hebben beslist natte voeten gehad en er is vee verdronken.


Hagestein
Tuckers bleven niet alleen in Honswijk. Er verschenen deze eeuw ook Tuckers in een dorpje over het water, Hagestein. Eigenlijk gaat het verhaal van de familie Tucker in dit plaatsje door.

Hagestein wordt al sinds 1200 genoemd en heette voor 1405 Gaasperde. Ter hoogte van het dorpje liep nog een riviertje de Gaasp. Een verbinding tussen de Lek, de bovenloop van de Hollandse IJssel en de Oude Rijn. Dit riviertje bestaat nu niet meer.
Hagestein was door de eeuwen heen een bijzonder plaatsje. De Hoekse en Kabeljauwse twisten zorgden er voor dat Hagestein strategisch van belang was. Door de ligging naast Vianen, in de buurt van het Bisdom Utrecht, Culemborg aan de ene kant en het land van Arkel aan de andere kant was het voor de heren van deze gebieden interessant om Hagestein in bezit te hebben. Hagestein had zelfs, al is het kort, van 1376 tot 1405 stadsrechten. In 1405 werd het stadje tijdens de Arkelse oorlog met de grond gelijk gemaakt maar werd later weer als nederzetting herbouwd. Dit had uiteraard gevolgen voor de bewoners dus ook de Tuckers. Alles was weg. Ze konden opnieuw beginnen en alles weer opbouwen.

Voorzover we na kunnen gaan vinden we vanaf 1400 weinig meer terug over Tuckers in Honswijk en gaat het verhaal in Hagestein verder. Veel vermeldingen van familieleden over grondbezit en veel mannen zijn schepenen geweest. Schepenen waren direct onder de schout geplaatst en hadden veel invloed in het dorp. Ze lieten niet alleen aktes over bezittingen opmaken maar bepaalden ook wie er vroedvrouw, koster van de kerk en priester of dominee waren. Ook waren zij belast met de openbare orde en veiligheid en namen daartoe maatregelen. In vergelijking met huidige bestuurders in onze tijd kon je ze vergelijken met wethouders, het was zelfs meer.
De familie werd in deze tijd groter. In de eerste 150 jaren kwamen er veel Tuckers bij. Het is lastig voor een stamboomonderzoeker om alles op een rijtje te houden. Kennelijk zijn er in deze generatie's veel kinderen geboren en groeiden ze in goede omstandigheden op. Zelfs in deze tijd waarin het over het algemeen in het land nog geen vetpot was hadden zij de kans een goed bestaan op te bouwen.
De eerste meldingen over Tuckers in het schepenregister van Hagestein zijn vanaf 1434. Otto, Hubert en Diric Tucker hadden land en betaalden morgengeld. Ook in 1488 waren Jan Janszn Tucker en Cornelis Janszn Tucker, beiden geboren rond 1465, in Hagestein te vinden. Daar waren zij schepen en hadden land. Er is veel vermeld over een leenhof nr 12 en nr 17 in Hagestein die lang door Tuckers zijn bewoond. Ook zijn er vermeldingen dat Jan Janszn Tucker in 1523 en 1533 land en een hoeve had aan de Lekdijk.



Van 1500 tot 1600. Tukkers gaan zich verspreiden

Calvijn In deze eeuw gebeurde voor de gewone man erg veel. Dat een Italiaanse Columbus gesponserd door Portugal of Spanje rond de eeuwwisseling een nieuwe wereld had ontdekt interesseerde de Honswijkers misschien minder. Dat Philips de II met harde katholieke hand regeerde was meer merkbaar in het dorp. Streng katholiek was de norm. Eerst was Nederland nog verdeeld in Graafschappen maar later kwam hij om zijn stempel op de lage landen te drukken.
Echter, in deze eeuw kwamen er ook hervormers als Maarten Luther en Calvijn met hun stellingen. Eigenlijk maakten de zittende kerkleiders er een potje van en ging het te veel om macht van de kerk.
Tegen de kerkelijke hyrarchie kwam verzet. Calvijn kwam hier in Nederland en wist erg veel door te drukken. In een band vanaf Zeeland over Zuid-Holland en Utrecht naar het oosten van het land was dit zelfs blijvend. Calvinisme dus ook in de streek van Hagestein en Honswijk. Calvinisme stond voor een sober en dienstbaar leven. Ook een Nederlander met de naam Erasmus had zijn visie. In de grote kerk van Gouda zijn de brand-geschilderde ramen getuigen hiervan. Deze reformatie raakte iedereen, ook de gewone man zoals de Tuckers in Honswijk en omgeving.

Willem van Oranje Willem van Oranje, opgegroeid bij Philips II, kwam ook naar ons land en stond letterlijk te braken bij het zien van ketterverbrandingen van de Inquisitie. Dit kon echt niet en er moest wat aan gedaan worden.

Willem van Oranje vond dat ieder mens het recht heeft om te denken en te geloven wat hij wil.

Dit was een heel vooruitstrevend en baanbrekend principe. Bij deze uitspraak kunnen we wel even stil blijven staan want deze toen zo progressieve uitspraak heeft grote invloed gehad op ontwikkelingen in Nederland en geldt nog steeds. Het zegt veel hoe mensen hebben geleefd voor deze tijd. Je had niets in te brengen. Je mocht niet eens denken wat je wilde. Halverwege de eeuw startte dan ook de 80 jarige oorlog. Een hoop ellende met de Spanjaarden waartegen flink gevochten werd onder andere door de Geuzen. Ook belegeringen van steden zoals Alkmaar en Leiden met hongersnood als gevolg. Uiteindelijk werden er 7 gewesten gevormd. De republiek der zeven verenigde Nederlanden werd laat in deze eeuw een feit.

Ook waren Nederlanders al in de boot gestapt om, om de kaap de goede hoop te varen en kwamen ze in de Indische archipel. Menig Radja (koning in Indonesië) had ruzie met een andere Radja. De Nederlanders maakten daar handig gebruik van om zo 'n Radja om de vinger te winden en veel geld te verdienen. Rubber, tabak, thee, kruiden en indigo zijn de producten die mee terug genomen werden en dus hier verkrijgbaar waren.


Eigenlijk begon de eeuw prima. Er was economische en culturele groei en bloei. De Duitse keizer Karel V, baas over heel West Europa had Nederland ondergebracht in het Habsburgse rijk. Dit was een stabiele situatie.
Echter in de loop van de eeuw kwamen er andere veranderdingen. Niet alleen de reformatie zorgde voor onrust maar door het klimaatoptium met zijn warme periodes mislukte vaak de oogst terwijl de bevolking fors toenam. Hierbij kwam ook nog dat door een oorlog in de Baltische staten er geen aanvoer van graan kon komen vanuit die streken. Het voedsel tekort zorgde voor sterk opgedreven prijzen en hongersnood.

In het selve jaer is het soo drogen Somer geweest, dat het gras stont verdorret op 't veld, waer op groote duyrte is gevolgt. Daer was soo grooten ellende van honger, dat men niet schrijven kan. De Armen ende Ambagtsluyden wilde op de Rycke luyden slaen. De Raedt setten de Conventen ende Rycke luyden op een somme gelts, daer men Coorn ende Broot om coft.

In 1540, was het zo warm dat rivieren vrijwel droog kwamen te staan. Mensen liepen over de beddingen zonder natte voeten te krijgen. In dit jaar, ook wel het "Grote zonnejaar" genoemd was er 7 maanden achter elkaar geen regen. In 1557 was de hongersnood zo groot dat armen het afval van bierbrouwerijen aten. Sommige steden konden nog uitdelingen houden maar op het platte land moest men zich maar zien te redden. De pest heerste ook nogsteeds en dat maakte de situatie er niet beter op.


1540 was één van de laatste hete zomers. Daarna begon de 'Kleine IJstijd' met koel en nat weer. Het werd steeds kouder in de winter. Het water van de Lek was vaak bevroren. Tukkers zaten 's avonds bij de haard. Zoals men dat al eeuwen deed werden er dan verhalen en vooral sprookjes verteld. Zo gaf men normen en waarden door.

Zoals gezegd, in deze eeuw veel economische ellende en concurende steden. Een reformatie ondersteund door Willem van Oranje en kerkelijke machten die alles bij het oude wilde laten. Het grootste gedeelte van de Nederlandse bevolking had geen scholing gehad en leefde zoals dat voorgeschreven en altijd gegaan was. Wetenschap telde nog weinig in het bestaan van de mens. Geloof en vooral angst voor de duivel regeerde nog steeds. De enkeling die meer begreep van de natuur en daardoor betere oogsten en gezonder vee had, werd al snel als duivels gezien. Vooral vrouwen kregen dan het stempel 'heks'. Men dacht bij pech of ongelukkige omstandigheid dat ze door een heks 'vervloekt' waren. In deze eeuw zijn er vooral in de economisch mindere jaren vele vrouwen na walgelijke martelingen tot bekentenis gedwongen en daarna op de brandstapel terecht gekomen.

Toen Willem van Oranje in 1584 door Baltasar Gerards vermoord werd sloeg dit grote deuken in de hoop van vele Nederlanders die een vrijer leven wilden.
Als we al deze ingrediënten bij elkaar nemen kun je maar één ding zeggen. Het was treurig gesteld met Nederland.


In deze roerige tijd leefden de Tuckers. (of is het nu 'Tukker' geworden?) Was de CK veranderd in dubbel K ?? We vinden nu ook Tuckers in andere plaatsen zoals Schalkwijk, Vreeswijk, Vianen, Everdingen en Culemborg.
De pest was er nog steeds. Diverse keren zeer ernstig vooral in 1573/1577 en in 1597. De laatste trof ook het platte land ernstig.

Gregoriaansekalender Ook de kalender veranderde. De Juliaanse kalender werd al gebruikt vanaf de romeinse tijd echter nu klopte deze niet meer met de natuur. Hierdoor werd de Gregoriaanse kalender ingevoerd. Er werden 10 dagen gecorrigeerd. In 1582 werd het na 4 oktober opeens 15 oktober. Niet overal in het land gebeurde dat op het zelfde dag. Holland ging pas op 1 januari 1583 naar 12 januari en Utrecht zelfs veel later op 30 november 1700 naar 12 december. Deze Gregoriaanse kalender is de kalender die nog steeds van toepassing is.
Echt kalenderbewust was men trouwens nog niet. Zeker niet op het platteland. Om een beetje houvast te hebben had men van uit de kerk veel naamdagen, vernoemd naar heiligen. Dat gaf enige richting. Gebeurtenissen werden daar ook naar vernoemd zoals een grote overstroming "de St Elisabethsvloed" van 1424 in Zuid-Holland.


Tuckers hadden een familiewapen. Op zich niet zo bijzonder. Je hoefde niet van adel te zijn. Het gebruik was vrij als je maar niet een bestaand wapen gebruikte. Veel mensen konden niet lezen en zo 'n wapenschild was dan handig als herkenningspunt voor bijvoorbeeld een boerderij of bezittingen.
In de kerk van Hagestein is een zilveren avondmaalbeker gevonden met het wapen ingegraveerd. 3 schoorsteenhalen, 2 boven 1 onder. Het wapen zou door Aelbert Cornelis Tucker 16-7-1559 Schepen van Hagestein en Jan Thonis Tucker 31-1-1648 eveneens Schepen van Hagestein gevoerd zijn. We vinden trouwens nu ook veel meer Tuckers in andere plaatsen dan Hagestein en Honswijk.
In het midden van deze eeuw gebeurde ook iets opmerkelijks voor één lijn van de stamboom. Waarschijnlijk is deze lijn via een dochter van Cornelis Janszn Tucker (geb 1465) door gegaan. Lees Tukker of Teunissen voor een uitleg.



Van 1600 tot 1700. Ook een Gouden eeuw voor Tukkers?

Het is de tijd van Johan van Oldenbarneveld, Prins Maurits en Stadhouder Willem 2, gebroeders De Wit, twee keer oorlog met Engeland om concurrentie en veel beroering om het geloof.
In de Gouden eeuw ging het Nederland voor de wind. De handel schoot de pan uit en Nederlanders waren over de hele wereld te vinden. In Indië werd de VOC opgericht en we gingen zelfs naar het Caribisch gebied in het westen. Ook vaarde WIllem Barendszn naar het noorden om een nieuwe weg te vinden naar Indonesië echter kwam hij niet verder dan Nova Zembla.
Zo had de tijd van de tachtig jarige oorlog ook wel zijn voordelen. Op zee kwamen we Spanjaarden, Portugezen en Engelsen tegen. Hiermee lag de republiek in conflict omtrent concurentie of in het Spaanse geval oorlog. Zo kwam Piet Heijn niet bij toeval, hij heeft er gewoon naar gezocht, in 1628 de Spaanse Armada tegen die met de opbrengst van de Spaanse wingebieden van Zuid en Midden Amerika naar Spanje wilde varen. Bij Cuba is deze Zilvervloot, dus gewoon door de Nederlanders geroofd. Maar liefst een buit van 12 miljoen gulden. Omgerekend naar nu ongeveer 100 miljard euro.
Ondanks alle concurentie vocht Nederland voor zijn plek in de wereld en dat heeft geen windeieren gelegd. In menig Hollandse stad is dit nogsteeds te zien aan de huizen. De rijken werden door de handel steeds rijker. Vooral goederen uit de Indische archipel waren 'big booming'. In deze eeuw was er zelfs een economische bubbel die ook in elkaar klapte. De prijs van een tulpenbol steeg enorm. Op het hoogste punt was een tulpenbol duurder dan een huis. Natuurlijk stortte dit in als een kaartenhuis.

Veel rijkdom dus maar was dat voor iedereen weggelegd? Nee... De rijkdom was vooral weggelegd voor de adel en handelaren. De grote meerderheid was nogsteeds arm. Men kon amper rondkomen. Een brood kostte 3 cent, dit was ook het dagloon voor een arbeider. De arbeider moest voor een hongerloontje sappelen maar door de economische welvaart was er wel werk. Werk in de visserij, onder andere de walvisvaart, ambachten en in boerenbedrijven.

Schoollokaal Een belangrijke vooruitgang was scholing. In ieder dorp kwam een lagere school. De stelling van de overheid was dat iedereen de bijbel moest kunnen lezen. Dit was nog niet gratis maar tegen betaling. Blijkbaar ging het veel Tukkers ook voor de wind want later vinden we Tukkers terug op belangrijke posten zoals een Schout of Schepen. Ze hadden dus leren lezen, rekeningen en schrijven. De reformatie had ook kennelijk zijn werk gedaan want bijna alle Christelijke gemeentes in de streek waren om.

Jan Melise Tucker was Timmerman in Vianen. Ook zijn zoon Willem was meestertimmerman in Hagestein en Zijderveld.
Willem had het zakelijk niet slecht maar zijn gezinsleven kende wel diepe dalen. Alhoewel er 19 kinderen werden geboren waren er veel kinderen die na de geboorte of op jonge leeftijd zijn overleden. Van vier kinderen weten we dit zeker.
Mensen bleken in de vorige eeuwen wel oud te kunnen worden maar de gemiddelde leeftijd van de bevolking werd aardig gedrukt door het aantal kinderen dat bij de geboorte of op jonge leeftijd overleed. Vrouwen liepen grote risico 's bij een bevalling, zeker als er complicatie 's waren. Velen zijn tijdens of na de bevalling overleden. Niet alleen de hygiëne was een oorzaak maar ook vaak ondeskundigheid van vroedvrouwen speelden parten, om nog maar te zwijgen over brute behandelingen van de chirurgijn.
Vroedvrouw
Een relaas van een vroedvrouw:

"Dar komende, vont ick gen mennsen als haar man vor de deur stande (en) de baarende vrouw op een natte bos stroo......De man seyde (dat) dar 2 vroetvrouwen, ock al een vroetmeyster, bij haar gewest waren, dy haar alle met de burevrouwen verlaaten hadden... Bevont dat het kint met sijn buckie vor de geborrte laag."

De vroedvrouwen en chirurgijn waren bij deze bevalling vertrokken toen bleek dat het te moeilijk was. De laatste vroedvrouw heeft de moeder wel geholpen maar de moeder overleed na 3 uren.
De heren chirurgijnen waren niet zachtaardig. Het halen van kinderen met behulp van haken, het toepassen van de beruchte „ijsere schroef" om de geboorteweg te verwijden, het gebruik van de hevel en het aanleggen van de verlostang waren hun voornaamste vaardigheden; op het einde van de 18e eeuw kwam daar de zogenaamde schaambeensnede bij, als techniek om een gecompliceerde bevalling tot een goed einde te brengen.
En ook:

"dat zij nauwelijks in staat waren „zo veele krachten, als tot de verlossing nodig zijn, uit te staan zonder na dezelve in een "heete koorts", of geheele magteloosheid te vervallen...."

Kraamvrouwenkoorts snapte men helemaal niet. Over de oorzaak van deze „heete koorts" tastte men volledig in het duister. De meeste geneeskundigen dachten dat besmetting via de lucht kwam. "Een besmetting waarin door een opeenhoping van mensen of op andere wijze kwade dampen zouden hebben gevormd."
In deze omstandigheden zijn onze voorouders dus geboren.



Kerk van Honswijk na de storm De natuur speelde deze eeuw ook parten. In de zomer, op 1 augustus 1674 sloeg het weer finaal om met onweer, hagelbuien en zeer harde windstoten. Het liep in de vroege avonduren volledig uit de hand. De storm bereikte zijn maximum en maakte veel schade. Niet alleen de Domkerk van Utrecht stortte gedeeltelijk in maar ook de kerk in Honswijk. Alleen de toren en een zijschip bleven staan. En zo zal er veel schade zijn geweest ook voor de bedrijfjes of boerderijen van de Tuckers. (Het kerkje op de pentekening hiernaast is het kerkje van Honswijk na de storm.)

Maar over het algemeen hadden Tukkers het niet slecht. Ze boerden, werden timmerman, er waren schouten en schepenen in de familie en er zullen nog meer beroepen uitgevoerd zijn. Op zich geen slecht bestaan in die tijd. In deze eeuw werd de verspreiding van de Tukkers naar andere dorpen en steden groter. De familie waaierde uit.



Van 1700 tot 1800. Tukker drinkt zijn koffie en rookt zijn pijp.

Voor de ontwikkeling van de Nederland een zeer belangrijke eeuw. Er werd afgerekend met degene die zich verheven voelden boven de normale burger. Regenten en andere notabelen vielen van hun voetstuk, zelfs op de niet al te succesvolle Oranje-stadhouders kwam kritiek.
De enorme welvaart van de Gouden eeuw werd sterk minder. Niet alleen doordat andere landen onze sterke positie door concurentie overnamen maar ook in Nederland was de rijkdom sommige mensen goed in hun bol gestegen. De rijken verrijkten zich meer en meer, vaak door corruptie en door sleutelpositie 's in eigen kring te houden. Het gedrag van de eerst zo nobele regenten van de stad werd nu een bron van irritatie bij de steeds armer wordende bevolking. Rellen en opstanden waren het gevolg. Het volk kwam flink in opstand.
Gloed nieuwe denkbeelden die in onze eeuw nogsteeds gelden kwamen in deze eeuw steeds duidelijker naar voren. "Het gezag, heersers en bestuurders hadden hun positie niet te danken aan God maar het volk was souverein. Gezaghebbers dienden in het belang van het volk te handelen en het land te besturen."

De aardappel Door de handel met het buitenland en onze koloniën was het leven in de eeuw hier voor diverser geworden. Ook door de producten die beschikbaar kwamen. In deze eeuw werden deze producten goed ingeburgerd. De Engelsen dronken nu thee maar in Nederland werd dat koffie. Ook tabak werd normaal. Bij het eten kwam er pas in deze eeuw een standaard product bij, de aardappel. Een goedkoop product, rijk aan koolhydraten.
Op de Binnendam nr 18 in Giesen Ouderkerk zal Jan Tukker 's avonds na de maaltijd, voor de boerderij wel een kop koffie hebben gedronken onder het genot van een pijp.

Slavernij Een roerig stuk nu in onze eeuw is de slavernij-discussie. De geschiedenis van de wereld kent dit fenomeen volop en is heden ten dage nog van toepassing. Het onderdrukken van andere mensen is nooit goed!
De slavenhandel door europese landen vanuit Afrika had in de 18e eeuw zijn hoogtij-dagen. Wat er gebeurde is zeker nu niet te bevatten. Opvallend genoeg was er op een aantal gevallen na, zoals een Moorse page bij de adel of rijke kooplieden, nauwelijks slavernij in het Europese deel van Nederland.
Het merendeel van de Nederlandse bevolking was straatarm. Het was een selecte groep Nederlanders die voordeel had en dikke winsten boekte. Ook toeleveringsbedrijven en mensen die er in investeerden verdienden er dik aan. De slavernij is geen fijne pagina in de Nederlandse geschiedenis.
De slavernij was er niet alleen in het Caribisch. In Nederlands Indië kwam dit ook voor.

Maar zonder weg te lopen voor wat er gebeurd is; moet je voordat je een individu op iets aanspraakt niet eerst de vraag stellen of de situatie bekend was, bekend kon zijn en of hij daarop invloed had? Was er besef over dit soort smerige zaken? Konden ze weten wat er allemaal aan vooraf gegaan was met die koffieboon of de suiker voordat ze hun koffie dronken? Waar was die informatie? Kon men met Nederlandse inzichten en ervaringen inschatten hoe ernstig het was? Goeie mediabronnen waren schaars.
Alhoewel dit expliciet naar Nederlands Indië gericht was heeft Multatuli in de eeuw hierna niet voor niets een boek geschreven. Hij wilde de Nederlandse bevolking hiermee wakker schudden. Dit gebeurde niet alleen in Nederland maar ook in de rest van de wereld. Boeken als "Uncle Tom 's cabine" en "The Royal Slave" zijn hier voorbeelden van.

Om dan toch even een sprongetje te maken naar onze tijd. Ik heb veel horen zeggen: "Behandel een ander zoals jezelf behandeld wil worden." Iedereen doet er toe. Respect en gelijkwaardigheid zijn dan sleutelwoorden.

Het leven ging zijn gang. Tukkers hadden over het algemeen boeren bedrijven of werkten in een ambacht.
Thuis ging het tinnen servies definitief de kast uit en werd vervangen door aardewerk. En als Tukker een brief wilde sturen was er nu een geregelde postbezorging. De postkoetsen reden frequent door het land met vaste verbindingen. Bij aankomst in het dorp blies de postiljon op zijn hoorn zodat men wist dat hij er was. Een brief sturen vanuit Hagestein naar tante Lijsje in Hoornaar was eenvoudiger geworden.
En hoe zat het met de gezondheid? De pest was er nog steeds. De veepest ging deze eeuw ook drie keer door Europa.

Tegen criminelen moest je nu zeker maatregelen nemen. Een waakhond op de boerderij was nu onvoldoende. Bendes maakten 's nachts de buurt onveilig. De schout en schepenen zaten met hun handen in het haar. Een nachtwacht werd in menig stad en dorp opgericht, veelal mannen uit het schuttersgilde. Ook in Hagestein was de bevolking georganiseerd en bewapend tegen onheil. Per groep huizen was er een corporael met zijn mannen bewapend met een 'roer of caetsbalg'. (Een vuurwapen of grote knuppel) Henrick Aertszn Tucker had negen man bij zich om het dorp te verdedigen en Jan Anthoniszn Tucker zat bewapend met een roer in de groep van Jan Loeffszn. In andere delen van het land werden deze criminelen "de Bockenrijders' genoemd. Men geloofde dat deze bendes een regelrecht pakt hadden met de duivel. Want ja. Godsdienstig was men nog steeds.

Voorzover de invloed van de adel al niet door de opkomst van steden, door regenten en stadhouders behoorlijk verminderd was begon het trouwens wel flink te broeien voor hen. In Nederland broeide het maar in Frankrijk was er flink wat aan de hand. De adel daar was flink de pineut. Kwam dat ook hier naar Nederland? Ja. Napoleon maakte korte metten hiermee. Stadhouders, het feodale stelsel met zijn Graven Hertogen en regenten, in 1795 was het afgelopen.



Van 1800 tot 1900. Tukkers en Industrialisatie

Lodewijk Napoleon De macht van de Hertog of Graaf was dus verdwenen. Napoleon heeft er flink de bezem door gehaald. Hun inkomen hadden ze nog te danken aan grond wat ze bezaten. Na Napoleon is Nederland een Koninkrijk geworden. Eerst de franse Lodewijk Napoleon, met de uitspraak "Ick ben uw Konijn". Hij is daar mee gepest maar het was wel een goeie vent. Bij de buskruitramp in Leiden was hij snel ter plaatse, stond met zijn knieën in de rommel en nam de nodige maatregelen om de Leidenaren te helpen. Een vergeten Koning. Later kwam koning Willem I, de zoon van de laatste stadhouder uit Engeland terug.

De wetgeving en het landsbestuur was ook behoorlijk veranderd, naar Frans model. Voor de genealogie is Napoleon een geweldige man geweest. Hij heeft niet aleen het kadaster opgericht maar ook het bevolkingsregister ingesteld. We weten nu exact wie waar woont en wie zijn ouders zijn. Ook de achternaam werd officieel ingevoerd. Voorheen hadden veel mensen alleen maar een patroniem, een achtervoegsel van je vader achter je voornaam. Ook kwam vernoeming naar een boerderij of beroep voor. En daar hebben wij stamboomonderzoekers geluk bij met de naam Tukker.
Maar ook voor onze Tukkers in de streek was er door Napoleon veel veranderd. We hebben het niet meer over 'één morgen land' maar over een are, en ook centimeters, liters, kilogrammen enzovoort. De timmerlieden in onze familie met hun duimstok zullen het allemaal wel lastig gevonden hebben.

Vlag van Nederland Nederland is dus een Constitutionele Monarchie met een parlementair stelsel geworden. Kort gezegd de Grondwet en wetten bedacht door een volksvertegenwoordiging en uitgevoerd door een regering in drie lagen, rijk, provincie en gemeente. En wie zich niet aan de regels houdt krijgt met een rechter te maken. Hierbij nog een Koning, niet alleen ceremonieel, want hij tekent een wet voordat deze van kracht gaat. De Koning als laatste bescherming van de democratie. Hij denkt aan de visie en het volk voordat hij zijn pen pakt en een handtekening zet. Dan kunnen er geen dwaasheden ontstaan. Niemand heeft de absolute macht. Dat de heer Montesquieu, die dit allemaal bedacht heeft, zijn idee kreeg van onze Staten-Generaal is minder bekend.
Dit was heel wat anders dan Hertogen, Graven en een Kerk die het voor het zeggen hadden. Nu had het volk het voor het zeggen en was dat principe beschermd. En daar vaarden we vanaf die tijd wel bij.
Willem Tukker uit Giesen Ouderkerk, de zoon van Jan die voor de boerderij zat met zijn pijp, heeft dit allemaal zien ontstaan en zal misschien één van de eerste zijn geweest die naar de stembus moest; dat hing toen nog af van financiële draagkracht.

Niet alleen bestuurlijk was er een grote verandering. Over de gehele linie werd de Nederlandse wetgeving gemoderniseerd in deze eeuw. Halverwege de eeuw kreeg Thorbecke de opdracht om een nieuwe Grondwet te maken die momenteel nogsteeds van kracht is. Deze wet en de daaruit voortvloeiende wetten gaven de burgers grondrechten en vrijheden die ongekend waren in vergelijking met de tijd daarvoor. Het recht op persoonlijke vrijheid, bescherming van woning en goederen, vrijheid van meningsuiting, vereniging en vergadering, gelijke behandeling, scheiding van kerk en staat en godsdienstvrijheid waren zeer vooruitstrevend. Ook de onschenbaarheid van de Koning en de politieke verantwoordlijkheid voor hem was nieuw. Veel rechten die we tegenwoordig terug vinden in het Europees Verdag tot bescherming van de Rechten van de Mens. Grondrechten en vrijheden die zelfs nu nog in 2020 in veel landen op de wereld niet van toepassing zijn. Bescherming en rechten voor de bevolking waarvoor gestreden is en die onder geen enkele voorwaarde aan de kant geschoven mogen worden.

Co-operatie De industrialisatie kwam op en coöperatieve verenigingen kwamen er ook. Boeren konden dus samen verdere behandeling van hun producten regelen. Melk werd niet meer weggebracht maar opgehaald in melkbussen. Zelfs geld lenen werd beter geregeld. Voor deze tijd leende men geld van elkaar. De schout had het er vroeger maar druk mee om dat alles op papier te zetten, Maar laat in deze eeuw kon geld lenen bij de Boerenleenbank. Uitbreiden van je bedrijf werd dus makkelijker. Boeren bedrijven waren dus niet meer kleine keuterboertjes maar werden heuse bedrijfjes om de Nederlandse bevolking van voedsel te voorzien. Op de boerderijen van onze voorouders liepen dus niet alleen gezinsleden maar ook veel knechten en dienstbaren. Personeel dus, die ook inwoonden en deel uitmaakten van het gezin. Het was bedrijvig en druk bij boer Tukker. Om de keukentafel zaten veel mensen.

Ook voor de kinderen veranderde er aan het eind van de eeuw veel. In 1874 regelde het "kinderwetje van Van Houten" dat kinderen onder de twaalf niet mochten werken in fabrieken. Aan het eind van de eeuw moesten ze zelfs verplicht naar school. In ieder dorp kwam dus een basisschool. Nederlanderse kinderen werden dus wijzer maar konden ook minder doen in het bedrijf van hun ouders. Er werd dus nog meer personeel aangenomen. Boer Tukker runde dus uiteindelijk een compleet bedrijf.


Gazelle Het landschap veranderde trouwens ook. De overheid was naast een nieuwe Hollandse waterlinie ook bezig met een spoorlijn van Utrecht naar Den Bosch door onze streek. Aan het eind van de eeuw was er zelfs het eerste spoorwegongeval. Best een grote impact voor de bewoners.
Ook de sanitaire voorzieningen in de streek werden beter. Vanaf 1880 kreeg ieder dorp een waterpomp.
De winter van 1890/1891 was heel erg streng waardoor in de streek zo 'n 80 gezinnen geholpen moesten worden met voedsel en brandstof. En.. rond deze tijd verscheen ook de fiets.
Halverwege de eeuw kwam Fort Honswijk. Het fort, een onderdeel van die nieuwe waterlinie, was pal naast het dorp gebouwd. Door de kringenwet (bepalingen mbt. het schootsveld van een fort) moest het dorp uiteindelijk verdwijnen. Nu staan er nog een paar huizen en dan heb je het gehad.



Van 1900 tot 2000. Een eeuw met 2 oorlogen

De 1e wereldoorlog heeft zich gelukkig niet in Nederland afgespeeld. Nederland kon neutraal blijven. Maar het heeft wel economische gevolgen gehad. Grote werkloosheid in het land en asiel zoekende Belgen die door de oorlog naar Nederland kwamen. Deze mensen moesten wel opgevangen worden, ook op het platte land. Dan kregen we nog te maken met een ernstige financiële crisis en de beurskrach van 1929. Nog meer werkeloosheid. Financieel werd het sappelen. Om het nog erger te maken kregen we ook nog een 2e wereld oorlog. We moesten echt ieder dubbeltje omdraaien in Nederland.

Hoe sloegen de Tukkers zich daar door heen?
Tukkers redden het wel maar ze zijn ook menselijk. Zo is niet helemaal bekend dat bij bakker Tukker in Ouderkerk aan den IJssel tijdens de oorlog enige tijd een Joods gezin op de zolder heeft geschuild. Eén politieagent met een goed hart waarschuwde bakker Tukker op een gegeven moment. "Tukker, jouw visite op zolder moet weg." Een paar dagen later kwam de bezetter kijken of er mensen verborgen waren. Gelukkig was het gezin toen al vlug naar een ander adres gebracht.
Ook moesten de bakkers brood bakken voor Duitse garnizoenen. Ze kregen daarvoor de grondstoffen beschikbaar. Door een beetje te sjoemelen met die grondstoffen kon je meer broden bakken dan eigenlijk de bedoeling was. De militairen kwamen hun afgesproken aantal broden halen en de rest ging naar degene van het dorp die het echt nodig hadden.
Hierbij ook het verhaal dat hij samen met dorpsgenoot bij een boer een deel van een geslacht rund op ging halen voor anderen die dit vlees hard nodig hadden. Onderweg werden ze verrast door een patrouille en verborgen ze zich met dat grote stuk vlees half hangend in het water van de IJssel om de Duitse militairen te laten passeren over de dijk.
Ik haal nu een Tukker aan maar er zijn meer mensen geweest die zich inzette voor onze medemensen. Dit soort acties waren levensgevaarlijk maar het werd wel gedaan.

Niet alle gevolgen van oorlog zijn negatief. Zo is het minder bekend dat tijdens de tweede wereldoorlog de bezetter de aanzet tot het aanleggen van autosnelwegen heeft ingezet en dat vanaf 1941 naar Duits idee iedereen met een inkomen van minder dan 3000 gulden verplicht verzekerd was tegen ziektekosten. De start van het ziekenfonds.

Deze eeuw kenmerkte zich ook door verdere industrialisatie. Landbouwmachines gingen de boer helpen zijn grond te bewerken maar oude ambachtelijke beroepen verdwenen. De klompenmaker, bezembinder, scharensliep, touwslager en wever verdwenen of gingen werken in een fabriek. Zelfs de groenteboer, kruidenier, slager en bakker zag zijn omzet dalen in de tweede helft van de eeuw door de komst van supermarkten. Hiernaast was er ook in 1918 een epedemie van de spaanse griep, kwam er electriciteit en riolering in huis en konden we ons verwarmen met kolen en later gas. Technisch gezien gebeurde er dus erg veel. Electriciteit veranderde veel.

Nederland vanaf 1945

Nederland was na de 2e wereldoorlog berooid en lag aan puin. De situatie was ernstiger dan iedereen vermoedde. Er moest hard gewerkt worden om alles weer op te bouwen. Nederland werd meer eensgezind, minder autoritair en klassen vervaagde. Oude dogma 's moesten er uit. De verzuiling speelde nog enigszins maar werd in de jaren 60 behoorlijk weggevaagd. Het spreekwoord: "Wie voor een dubbeltje geboren is wordt nooit een kwartje" ging onderuit. Iedereen kreeg gelijke kansen. Scholing, ziek zijn en oude dag werden door de overheid verzorgd. Een sociale eenheidsstaat. Door het tientje van Lieftink werd al het illigaal verkregen geld vanuit de oorlog niets meer waard. De gewone man kreeg nu ook de kans een bromfiets te kopen en later zelfs een auto. Op vakantie, zelfs naar het buitenland werd normaal. Provo en soortgelijke bewegingen zorgden er voor dat iedereen iets in te brengen had. In de jaren 60 had de overheid bij al deze veranderingen het erg lastig. Had de dominee, de burgermeester, dokter, schoolmeester en politieagent vroeger altijd gelijk, nu werd daar aan getwijfeld. Een second opinion over je gezondheid was ondenkbaar voor de tweede wereldoorlog. Je mocht toen niet eens je medischdossier inzien. Was verder studeren alleen weggelegd voor mensen die het konden betalen, nu kon dat voor iedereen met een studiebeurs. Kon de overheid toen doen en laten wat ze wilden, nu moet alles verantwoord worden. Veranderde Nederland snel...? Ja. In andere delen van de wereld, zelfs zeer dichtbij, bijvoorbeeld in het oosten, willen overheden dit soort processen maar al te graag tegenhouden.
Zeer grote omslagen dus voor de Nederlandse bevolking met als uitgangspunt "Iedereen doet er toe".

Nederland verenigde zich met andere landen, eerst met een Benelux maar later met een groeiend Europesche gemeenschap, de EU. Ook mondiaal kwamen er veranderingen. Grenzen vervaagden niet alleen op het gebied van handel maar migratie vanuit de wereld maakte de Nederlandse cultuur diverser, meer multicultureel. Hiermee kwamen ook kritieken vanuit alle lagen van de bevolking. Wie had 100 jaar terug gedacht dat een gezellig kinderfeestje in december nu wordt gezien als een beladen onderwerp?
Wie al deze veranderingen niet kan bijbenen heeft het moeilijk. Als Jan en Willam (die) Tucker uit 1358 een kijkje zouden kunnen nemen in onze tijd zouden ze er niets begrijpen. Ze zouden zelfs zeer bang worden.


Ik denk dat we nu in een tijd aangekomen zijn die iedereen kent.
Wat het meest opvalt van deze pagina geschiedenis is de positie en economische situatie van de gewone man. Vanaf het begin heb ik moeten omschrijven dat de gewone bevolking altijd aan de ondergrens van de maatschappij stond. De gewone man had geen invloed op zijn wereld en was het over het algemeen arm tot zelfs straatarm zonder enige sociale zekerheid. Ook was er soms een overheid die rammelde aan alle kanten. Je was overgeleverd aan de goedheid van mensen in je omgeving. Zekerheid ontbrak.
In deze eeuw veranderde dat drastisch. Eindelijk een veilige positie voor iedereen in dit land.
Of..... schieten we nu niet door? We vinden het kennelijk normaal dat de overheid voor ons zorgt. We vinden het vooral normaal dat we onze mening mogen roepen, soms zonder de consequenties er van te zien.

En nu, anno 2020; nu duikt er een virus op waar (nog) geen medicijn voor is. Er is even geen dokter die met een pilletje iemand weer beter kan maken. Mensen worden ernstig ziek en overlijden zonder dat iemand er wat aan kan doen. De vanzelfsprekende zekerheid dat alles weer zonder problemen goed komt is nu even flink onderuit gehaald.
En nu? Vergeten we nu dat wij zelf ook verantwoording hebben en regeltjes om verspreiding te voorkomen niet alleen voor anderen gelden? Vergeten we dat naast kritisch zijn ook hoort dat we een mening van een ander moeten kunnen respecteren? Vergeten we dat een politiek bestuur die regels neerleggen gewoon opgevolgd kunnen worden, voor ieders bestwil, ook al komen ze even niet uit?
Jan en Willem (die) Tucker maar ook de mensen ver in de eeuwen daarna accepteerden vanzelfsprekend alle maatregelen die genomen werden toen er pest heerste. Grote verschillen dus.


Heikneuter Tukkers zijn inmiddels, vooral in het westen van Nederland verspreid.
In het oosten van het land, Twente, om precies te zijn is er een groep mensen die zich pas in de vorige eeuw ook ineens Tukker gaan noemen. Een geuze naam. De naam kent zelfs een negative klank en zou verwijzen naar een dom boertje, heikneuter, klein vogeltje of met je handen in je zakken lopen. Hoe kom je er op???
Maar zoals in de stambomen van Tukkers is te zien heeft dit alles weinig te maken met de familienaam Tukker.

Een veelvoud van Tukkers in de samenleving die functioneren in de maatschappij zoals de meeste mensen. Niets bijzonders maar het is leuk om er achter te komen waar het allemaal begonnen is.

Als je in de buurt van Houten bent raad ik je aan de Lekdijk op te rijden. Op de dijk bij de toegangsweg van Fort Honswijk moet je even stoppen en het land in kijken. Daar is het zo 'n kleine 700 jaar geleden allemaal begonnen. Daar lag het dorpje Honswijk.



Van 2000 en verder. Jij Tukker....

Hoe deze eeuw er voor Tukkers uit ziet hoef ik niet te vertellen. Daar ben je zelf bij.
Je zag; Tukkers zijn volharders, weten aan te pakken en zijn menselijk ingesteld. Kijk maar naar het wapen. Dat zegt genoeg.
Door de eeuwen heen hebben ze in alle lagen van de bevolking hun mannetje/vrouwtje gestaan. Ik heb er dan ook alle vertrouwen in dat Tukkers in de toekomst prima terecht komen.

Ik zou zeggen...Maak er wat van.

Misschien is er in het jaar 2700 weer een Tukker die een website maakt. Dan kom jij er misschien ook in voor. Succes.

Groet Peter Tukker.

Webpage created with MacFamilyTree version 5